Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: fluisteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefluisterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fluister
jij fluistert
hij fluistert
wij fluisteren
jullie fluisteren
zij fluisteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefluisterd
jij hebt gefluisterd
hij heeft gefluisterd
wij hebben gefluisterd
jullie hebben gefluisterd
zij hebben gefluisterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fluisterde
jij fluisterde
hij fluisterde
wij fluisterden
jullie fluisterden
zij fluisterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefluisterd
jij had gefluisterd
hij had gefluisterd
wij hadden gefluisterd
jullie hadden gefluisterd
zij hadden gefluisterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal fluisteren
jij zult fluisteren
hij zal fluisteren
wij zullen fluisteren
jullie zullen fluisteren
zij zullen fluisteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefluisterd hebben
jij zult gefluisterd hebben
hij zal gefluisterd hebben
wij zullen gefluisterd hebben
jullie zullen gefluisterd hebben
zij zullen gefluisterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou fluisteren
jij zou fluisteren
hij zou fluisteren
wij zouden fluisteren
jullie zouden fluisteren
zij zouden fluisteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefluisterd hebben
jij zou gefluisterd hebben
hij zou gefluisterd hebben
wij zouden gefluisterd hebben
jullie zouden gefluisterd hebben
zij zouden gefluisterd hebben

Gebiedende wijs
fluister

Aanvoegende wijs
fluistere

Voorbeelden

  1. Waarom fluister je?
    – Why are you whisperin'?
  2. Waarom fluister je?
    What are you whispering for?
  3. Waarom fluister, Susan?
    Why are you whispering, Susan?
  4. Waarom fluister je?
    How come you 're whispering?
  5. Waarom fluister je.
    Why are you whispering.
  6. Sommige fluister stil.
    Some with a whisper.
  7. Waarom fluister je dan?
    So why are you whispering?
  8. Waarom fluister je dan?
    So why are you so whispery?
  9. Waarom fluister je, Harper?
    What are you whispering for, Harper?
  10. Waarom fluister je, pap?
    Dad, what 's up? Why are you whispering?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden