NL: flowboarden U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geflowboard
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik flowboard jij flowboardt hij flowboardt wij flowboarden jullie flowboarden zij flowboarden
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geflowboard jij hebt geflowboard hij heeft geflowboard wij hebben geflowboard jullie hebben geflowboard zij hebben geflowboard
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik flowboardde jij flowboardde hij flowboardde wij flowboardden jullie flowboardden zij flowboardden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geflowboard jij had geflowboard hij had geflowboard wij hadden geflowboard jullie hadden geflowboard zij hadden geflowboard
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal flowboarden jij zult flowboarden hij zal flowboarden wij zullen flowboarden jullie zullen flowboarden zij zullen flowboarden
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geflowboard hebben jij zult geflowboard hebben hij zal geflowboard hebben wij zullen geflowboard hebben jullie zullen geflowboard hebben zij zullen geflowboard hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou flowboarden jij zou flowboarden hij zou flowboarden wij zouden flowboarden jullie zouden flowboarden zij zouden flowboarden
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geflowboard hebben jij zou geflowboard hebben hij zou geflowboard hebben wij zouden geflowboard hebben jullie zouden geflowboard hebben zij zouden geflowboard hebben
|
| Gebiedende wijs |
flowboard
|
| Aanvoegende wijs |
| flowboarde |