Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: flodderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geflodderd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik flodder
jij floddert
hij floddert
wij flodderen
jullie flodderen
zij flodderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geflodderd
jij hebt geflodderd
hij heeft geflodderd
wij hebben geflodderd
jullie hebben geflodderd
zij hebben geflodderd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik flodderde
jij flodderde
hij flodderde
wij flodderden
jullie flodderden
zij flodderden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geflodderd
jij had geflodderd
hij had geflodderd
wij hadden geflodderd
jullie hadden geflodderd
zij hadden geflodderd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal flodderen
jij zult flodderen
hij zal flodderen
wij zullen flodderen
jullie zullen flodderen
zij zullen flodderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geflodderd hebben
jij zult geflodderd hebben
hij zal geflodderd hebben
wij zullen geflodderd hebben
jullie zullen geflodderd hebben
zij zullen geflodderd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou flodderen
jij zou flodderen
hij zou flodderen
wij zouden flodderen
jullie zouden flodderen
zij zouden flodderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geflodderd hebben
jij zou geflodderd hebben
hij zou geflodderd hebben
wij zouden geflodderd hebben
jullie zouden geflodderd hebben
zij zouden geflodderd hebben

Gebiedende wijs
flodder

Aanvoegende wijs
floddere

Voorbeelden

  1. Het derde schot was een losse flodder?
    The third shot was a blank? That 's right.
  2. Zat er een losse flodder in het wapen?
    Did you put blanks in the guns? Like...
  3. Waar was hij... toen de losse flodder werd geschoten?
    Where was he... when the blank cartridge was fired?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden