Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: flessen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geflest

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fles
jij flest
hij flest
wij flessen
jullie flessen
zij flessen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geflest
jij hebt geflest
hij heeft geflest
wij hebben geflest
jullie hebben geflest
zij hebben geflest

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fleste
jij fleste
hij fleste
wij flesten
jullie flesten
zij flesten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geflest
jij had geflest
hij had geflest
wij hadden geflest
jullie hadden geflest
zij hadden geflest

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal flessen
jij zult flessen
hij zal flessen
wij zullen flessen
jullie zullen flessen
zij zullen flessen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geflest hebben
jij zult geflest hebben
hij zal geflest hebben
wij zullen geflest hebben
jullie zullen geflest hebben
zij zullen geflest hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou flessen
jij zou flessen
hij zou flessen
wij zouden flessen
jullie zouden flessen
zij zouden flessen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geflest hebben
jij zou geflest hebben
hij zou geflest hebben
wij zouden geflest hebben
jullie zouden geflest hebben
zij zouden geflest hebben

Gebiedende wijs
fles

Aanvoegende wijs
flesse

Voorbeelden

  1. Ik leef van fles tot fles.
    I just have to live bottle-to-bottle.
  2. Een fles whiskey.
    A bottle of scotch.
  3. De fles, alstublieft.
    The bottle, please.
  4. Mijn shampoo fles.
    My shampoo bottle.
  5. ( Plastic fles scheurt )
    ( Plastic bottle crack )
  6. 340.000 per fles.
    $ 40,000 a bottle.
  7. Pistool, fles whisky...
    gun, bottle of whisky... ~ Hey!
  8. witte fles 12: 00, groene fles, 1: 00, 1: 30.
    White bottle 12: 00, green bottle, 1: 00, 1: 30.
  9. Ik wilde net een fles open maken. Nog een fles.
    I was just gonna open a bottle, another bottle.
  10. open ik de fles of open ik de fles niet?
    Do I open the bottle? Or do I not open the bottle?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden