NL: fistfucken U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gefistfuckt
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik fistfuck jij fistfuckt hij fistfuckt wij fistfucken jullie fistfucken zij fistfucken
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gefistfuckt jij hebt gefistfuckt hij heeft gefistfuckt wij hebben gefistfuckt jullie hebben gefistfuckt zij hebben gefistfuckt
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik fistfuckte jij fistfuckte hij fistfuckte wij fistfuckten jullie fistfuckten zij fistfuckten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gefistfuckt jij had gefistfuckt hij had gefistfuckt wij hadden gefistfuckt jullie hadden gefistfuckt zij hadden gefistfuckt
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal fistfucken jij zult fistfucken hij zal fistfucken wij zullen fistfucken jullie zullen fistfucken zij zullen fistfucken
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gefistfuckt hebben jij zult gefistfuckt hebben hij zal gefistfuckt hebben wij zullen gefistfuckt hebben jullie zullen gefistfuckt hebben zij zullen gefistfuckt hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou fistfucken jij zou fistfucken hij zou fistfucken wij zouden fistfucken jullie zouden fistfucken zij zouden fistfucken
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gefistfuckt hebben jij zou gefistfuckt hebben hij zou gefistfuckt hebben wij zouden gefistfuckt hebben jullie zouden gefistfuckt hebben zij zouden gefistfuckt hebben
|
| Gebiedende wijs |
fistfuck
|
| Aanvoegende wijs |
| fistfucke |