Voorbeelden

1. fissure (to)
   splijten
2. That wasn 't a hemorrhoid, that was a fissure.
   Geen aambei, het was een kloof.
3. Would you object to my running my finger along your parietal fissure?
   Heeft u er bezwaar tegen als ik een vinger over uw schedel laat gaan?
4. That 's a time fissure, a tear in the fabric of reality.
   That' s a time fissure, a tear in the fabric of reality.
5. I was studying a cranial fissure on a corporate attorney last week.
   Ik had vorige week nog een bedrijfsjurist met een schedelbreuk.
6. I mean, who knows where this fissure will lead us this time.
   Ik bedoel, wie weet waar deze kloof ons deze keer naar toe leidt.
7. Would you have any objection to my running my finger along your parietal fissure?
   Hebt u bezwaar tegen mijn vinger langs uw pariëtale spleet?
8. The impact with the ocean floor must have created a micro-fissure in the hull.
   De slag op de oceaanbodem moet tot een micro-spleet in de romp geleid hebben.
9. We will take this human to the fissure, and we will feed her to the void.
   We brengen deze mens naar de kloof, en we lozen haar.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden