1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. finance

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to finance    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
financing

Present simple (ott)
I finance
you finance
he finances
we finance
you finance
they finance

Present perfect (vtt)
I have financed
you have financed
he has financed
we have financed
you have financed
they have financed

Past Simple (ovt)
I financed
you financed
he financed
we financed
you financed
they financed

Past perfect (vvt)
I had financed
you had financed
he had financed
we had financed
you had financed
they had financed

Present future (ottt)
I will finance
you will finance
he will finance
we will finance
you will finance
they will finance

Present future perfect (vttt)
I will have financed
you will have financed
he will have financed
we will have financed
you will have financed
they will have financed

Past future (ovtt)
I would finance
you would finance
he would finance
we would finance
you would finance
they would finance

Past future perfect (vvtt)
I would have financed
you would have financed
he would have financed
we would have financed
you would have financed
they would have financed


Voorbeelden

  1. International finance.
    Internationale zaken.
  2. Finance Minister.
    Minister van Financiën.
  3. The campaign finance.
    De campagnefinanciering.
  4. Finance report, sir.
    Financieel bericht, Sir.
  5. The finance department?
    De Financiële Dienst?
  6. Finance and Insurance
    financie- en verzekeringswezen
  7. director of finance
    directeur financiën
  8. Finance report, sir.
    Financieel verslag, sir.
  9. My apologies, Finance Minister.
    Mijn excuses, Minister van Financiën.
  10. And your finance case?
    En je casus Financieel?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try