Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: filosoferen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefilosofeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik filosofeer
jij filosofeert
hij filosofeert
wij filosoferen
jullie filosoferen
zij filosoferen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefilosofeerd
jij hebt gefilosofeerd
hij heeft gefilosofeerd
wij hebben gefilosofeerd
jullie hebben gefilosofeerd
zij hebben gefilosofeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik filosofeerde
jij filosofeerde
hij filosofeerde
wij filosofeerden
jullie filosofeerden
zij filosofeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefilosofeerd
jij had gefilosofeerd
hij had gefilosofeerd
wij hadden gefilosofeerd
jullie hadden gefilosofeerd
zij hadden gefilosofeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal filosoferen
jij zult filosoferen
hij zal filosoferen
wij zullen filosoferen
jullie zullen filosoferen
zij zullen filosoferen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefilosofeerd hebben
jij zult gefilosofeerd hebben
hij zal gefilosofeerd hebben
wij zullen gefilosofeerd hebben
jullie zullen gefilosofeerd hebben
zij zullen gefilosofeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou filosoferen
jij zou filosoferen
hij zou filosoferen
wij zouden filosoferen
jullie zouden filosoferen
zij zouden filosoferen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefilosofeerd hebben
jij zou gefilosofeerd hebben
hij zou gefilosofeerd hebben
wij zouden gefilosofeerd hebben
jullie zouden gefilosofeerd hebben
zij zouden gefilosofeerd hebben

Gebiedende wijs
filosofeer

Aanvoegende wijs
filosofere

Voorbeelden

  1. Filosofeer met hem!
    Philosophize with him.
  2. We zitten maar te filosoferen.
    Here we are theorizing.
  3. Ik ga hier niet met je filosoferen.
    I 'm not going to stand here and argue philosophy with you.
  4. Ik word betaald om te fotograferen, niet om te filosoferen.
    I 'm getting paid to take pictures. My job is not to interpret reality.
  5. Sleuven graven en filosoferen voor de rest van je leven?
    Ditch digger and philosopher the rest of your life?
  6. Hij mag dan hippie shirts dragen, filosoferen en alles wat je wil.
    He can wear hippie shirts, philosophise all you want...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden