NL: figuurzagen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gefiguurzaagd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik figuurzaag jij figuurzaagt hij figuurzaagt wij figuurzagen jullie figuurzagen zij figuurzagen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gefiguurzaagd jij hebt gefiguurzaagd hij heeft gefiguurzaagd wij hebben gefiguurzaagd jullie hebben gefiguurzaagd zij hebben gefiguurzaagd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik figuurzaagde jij figuurzaagde hij figuurzaagde wij figuurzaagden jullie figuurzaagden zij figuurzaagden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gefiguurzaagd jij had gefiguurzaagd hij had gefiguurzaagd wij hadden gefiguurzaagd jullie hadden gefiguurzaagd zij hadden gefiguurzaagd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal figuurzagen jij zult figuurzagen hij zal figuurzagen wij zullen figuurzagen jullie zullen figuurzagen zij zullen figuurzagen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gefiguurzaagd hebben jij zult gefiguurzaagd hebben hij zal gefiguurzaagd hebben wij zullen gefiguurzaagd hebben jullie zullen gefiguurzaagd hebben zij zullen gefiguurzaagd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou figuurzagen jij zou figuurzagen hij zou figuurzagen wij zouden figuurzagen jullie zouden figuurzagen zij zouden figuurzagen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gefiguurzaagd hebben jij zou gefiguurzaagd hebben hij zou gefiguurzaagd hebben wij zouden gefiguurzaagd hebben jullie zouden gefiguurzaagd hebben zij zouden gefiguurzaagd hebben
|
Gebiedende wijs |
figuurzaag
|
Aanvoegende wijs |
figuurzage |