Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: figureren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefigureerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik figureer
jij figureert
hij figureert
wij figureren
jullie figureren
zij figureren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefigureerd
jij hebt gefigureerd
hij heeft gefigureerd
wij hebben gefigureerd
jullie hebben gefigureerd
zij hebben gefigureerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik figureerde
jij figureerde
hij figureerde
wij figureerden
jullie figureerden
zij figureerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefigureerd
jij had gefigureerd
hij had gefigureerd
wij hadden gefigureerd
jullie hadden gefigureerd
zij hadden gefigureerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal figureren
jij zult figureren
hij zal figureren
wij zullen figureren
jullie zullen figureren
zij zullen figureren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefigureerd hebben
jij zult gefigureerd hebben
hij zal gefigureerd hebben
wij zullen gefigureerd hebben
jullie zullen gefigureerd hebben
zij zullen gefigureerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou figureren
jij zou figureren
hij zou figureren
wij zouden figureren
jullie zouden figureren
zij zouden figureren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefigureerd hebben
jij zou gefigureerd hebben
hij zou gefigureerd hebben
wij zouden gefigureerd hebben
jullie zouden gefigureerd hebben
zij zouden gefigureerd hebben

Gebiedende wijs
figureer

Aanvoegende wijs
figurere

Voorbeelden

  1. En nu figureer je in lachprenten.
    Now they draw cartoons about you.
  2. Je bank mag niet figureren.
    Your bank has nothing to do with this.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden