NL: feedbacken U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gefeedbackt
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik feedback jij feedbackt hij feedbackt wij feedbacken jullie feedbacken zij feedbacken
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gefeedbackt jij hebt gefeedbackt hij heeft gefeedbackt wij hebben gefeedbackt jullie hebben gefeedbackt zij hebben gefeedbackt
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik feedbacke jij feedbackte hij feedbackte wij feedbackten jullie feedbackten zij feedbackten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gefeedbackt jij had gefeedbackt hij had gefeedbackt wij hadden gefeedbackt jullie hadden gefeedbackt zij hadden gefeedbackt
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal feedbacken jij zult feedbacken hij zal feedbacken wij zullen feedbacken jullie zullen feedbacken zij zullen feedbacken
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gefeedbackt hebben jij zult gefeedbackt hebben hij zal gefeedbackt hebben wij zullen gefeedbackt hebben jullie zullen gefeedbackt hebben zij zullen gefeedbackt hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou feedbacken jij zou feedbacken hij zou feedbacken wij zouden feedbacken jullie zouden feedbacken zij zouden feedbacken
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gefeedbackt hebben jij zou gefeedbackt hebben hij zou gefeedbackt hebben wij zouden gefeedbackt hebben jullie zouden gefeedbackt hebben zij zouden gefeedbackt hebben
|
| Gebiedende wijs |
feedback
|
| Aanvoegende wijs |
| feedbacke |