Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: favoriseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefavoriseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik favoriseer
jij favoriseert
hij favoriseert
wij favoriseren
jullie favoriseren
zij favoriseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefavoriseerd
jij hebt gefavoriseerd
hij heeft gefavoriseerd
wij hebben gefavoriseerd
jullie hebben gefavoriseerd
zij hebben gefavoriseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik favoriseerde
jij favoriseerde
hij favoriseerde
wij favoriseerden
jullie favoriseerden
zij favoriseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefavoriseerd
jij had gefavoriseerd
hij had gefavoriseerd
wij hadden gefavoriseerd
jullie hadden gefavoriseerd
zij hadden gefavoriseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal favoriseren
jij zult favoriseren
hij zal favoriseren
wij zullen favoriseren
jullie zullen favoriseren
zij zullen favoriseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefavoriseerd hebben
jij zult gefavoriseerd hebben
hij zal gefavoriseerd hebben
wij zullen gefavoriseerd hebben
jullie zullen gefavoriseerd hebben
zij zullen gefavoriseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou favoriseren
jij zou favoriseren
hij zou favoriseren
wij zouden favoriseren
jullie zouden favoriseren
zij zouden favoriseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefavoriseerd hebben
jij zou gefavoriseerd hebben
hij zou gefavoriseerd hebben
wij zouden gefavoriseerd hebben
jullie zouden gefavoriseerd hebben
zij zouden gefavoriseerd hebben

Gebiedende wijs
favoriseer

Aanvoegende wijs
favorisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden