Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: faden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefaded

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fade
jij fadet
hij fadet
wij faden
jullie faden
zij faden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefaded
jij hebt gefaded
hij heeft gefaded
wij hebben gefaded
jullie hebben gefaded
zij hebben gefaded

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fadede
jij fadede
hij fadede
wij fadeden
jullie fadeden
zij fadeden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefaded
jij had gefaded
hij had gefaded
wij hadden gefaded
jullie hadden gefaded
zij hadden gefaded

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal faden
jij zult faden
hij zal faden
wij zullen faden
jullie zullen faden
zij zullen faden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefaded hebben
jij zult gefaded hebben
hij zal gefaded hebben
wij zullen gefaded hebben
jullie zullen gefaded hebben
zij zullen gefaded hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou faden
jij zou faden
hij zou faden
wij zouden faden
jullie zouden faden
zij zouden faden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefaded hebben
jij zou gefaded hebben
hij zou gefaded hebben
wij zouden gefaded hebben
jullie zouden gefaded hebben
zij zouden gefaded hebben

Gebiedende wijs
fade

Aanvoegende wijs
fade

Voorbeelden

  1. Doe een harde fade naar zwart.
    Do a hard fade to black.
  2. Daar is je kleinere, zwakkere Fade, toch?
    There 's your smaller, weaker Fade, right?
  3. Hoe Charlie Watts het Bo Diddley ritme heeft opgeklopt in Not Fade Away.
    How Charlie Watts beefed up the Bo Diddley on Not Fade Away.
  4. Laat Faden maar aan mij over.
    I 've got Faden covered.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden