Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: facen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefacet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik face
jij facet
hij facet
wij facen
jullie facen
zij facen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefacet
jij hebt gefacet
hij heeft gefacet
wij hebben gefacet
jullie hebben gefacet
zij hebben gefacet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik facete
jij facete
hij facete
wij faceten
jullie faceten
zij faceten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefacet
jij had gefacet
hij had gefacet
wij hadden gefacet
jullie hadden gefacet
zij hadden gefacet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal facen
jij zult facen
hij zal facen
wij zullen facen
jullie zullen facen
zij zullen facen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefacet hebben
jij zult gefacet hebben
hij zal gefacet hebben
wij zullen gefacet hebben
jullie zullen gefacet hebben
zij zullen gefacet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou facen
jij zou facen
hij zou facen
wij zouden facen
jullie zouden facen
zij zouden facen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefacet hebben
jij zou gefacet hebben
hij zou gefacet hebben
wij zouden gefacet hebben
jullie zouden gefacet hebben
zij zouden gefacet hebben

Gebiedende wijs
face

Aanvoegende wijs
face

Voorbeelden

  1. Gaat alles face-To-face?
    Everything is face-to-face?
  2. Naomi wilde geruststelling face-to-face.
    Naomi wanted reassurance face-to-face.
  3. Schitterend, Face.
    hannibal: Beautiful, Face.
  4. Onze business is face-to-face, 24 / 7.
    Our business is face-to-face, being there 24 / 7.
  5. ik wilde face-to-face met u spreken.
    I wanted to talk to you face-to-face.
  6. Goed gedaan, Face.
    hannibal: Great work, Face.
  7. Wacht even, Face.
    Wait a minute, Face.
  8. Game face, vriend.
    Game face, buddy.
  9. Maar niet face-to-face, zoals wij eerst dachten.
    But not face-to-face, like we thought.
  10. We moeten face tot face contact hebben met onze klanten
    We 've got to be face to face with our customers

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden