Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: fabuleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefabuleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fabuleer
jij fabuleert
hij fabuleert
wij fabuleren
jullie fabuleren
zij fabuleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefabuleerd
jij hebt gefabuleerd
hij heeft gefabuleerd
wij hebben gefabuleerd
jullie hebben gefabuleerd
zij hebben gefabuleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fabuleerde
jij fabuleerde
hij fabuleerde
wij fabuleerden
jullie fabuleerden
zij fabuleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefabuleerd
jij had gefabuleerd
hij had gefabuleerd
wij hadden gefabuleerd
jullie hadden gefabuleerd
zij hadden gefabuleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal fabuleren
jij zult fabuleren
hij zal fabuleren
wij zullen fabuleren
jullie zullen fabuleren
zij zullen fabuleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefabuleerd hebben
jij zult gefabuleerd hebben
hij zal gefabuleerd hebben
wij zullen gefabuleerd hebben
jullie zullen gefabuleerd hebben
zij zullen gefabuleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou fabuleren
jij zou fabuleren
hij zou fabuleren
wij zouden fabuleren
jullie zouden fabuleren
zij zouden fabuleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefabuleerd hebben
jij zou gefabuleerd hebben
hij zou gefabuleerd hebben
wij zouden gefabuleerd hebben
jullie zouden gefabuleerd hebben
zij zouden gefabuleerd hebben

Gebiedende wijs
fabuleer

Aanvoegende wijs
fabulere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden