Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: fabelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gefabeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik fabel
jij fabelt
hij fabelt
wij fabelen
jullie fabelen
zij fabelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gefabeld
jij hebt gefabeld
hij heeft gefabeld
wij hebben gefabeld
jullie hebben gefabeld
zij hebben gefabeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik fabelde
jij fabelde
hij fabelde
wij fabelden
jullie fabelden
zij fabelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gefabeld
jij had gefabeld
hij had gefabeld
wij hadden gefabeld
jullie hadden gefabeld
zij hadden gefabeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal fabelen
jij zult fabelen
hij zal fabelen
wij zullen fabelen
jullie zullen fabelen
zij zullen fabelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gefabeld hebben
jij zult gefabeld hebben
hij zal gefabeld hebben
wij zullen gefabeld hebben
jullie zullen gefabeld hebben
zij zullen gefabeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou fabelen
jij zou fabelen
hij zou fabelen
wij zouden fabelen
jullie zouden fabelen
zij zouden fabelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gefabeld hebben
jij zou gefabeld hebben
hij zou gefabeld hebben
wij zouden gefabeld hebben
jullie zouden gefabeld hebben
zij zouden gefabeld hebben

Gebiedende wijs
fabel

Aanvoegende wijs
fabele

Voorbeelden

  1. Het is geen fabel!
    It 's not a legend!
  2. Zo onstaat een goede fabel.
    that 's what makes a good fable.
  3. Wat leert deze fabel ons?
    What does the fable teach us?
  4. Probeer het lezen van me deze fabel.
    Try reading me this fable.
  5. Dat is een fabel omdat we ze verslagen hebben.
    That is just spite because we licked them in the elections.
  6. Er is nu een fabel waar Nikita in gelooft.
    A bubble has now been created for Nikita to believe in.
  7. Zo ontstond de fabel dat hij onder een brug geleefd had.
    And it went down in legend that he lived under this bridge.
  8. Om het verder te verkennen, schrijf een fabel over het thema onrechtvaardigheid.
    To further explore this, write a fable on the theme of injustice.
  9. Het is een moraal van een fabel van Aesop die ik altijd voorlas aan hem,
    It 's a moral from an Aesop fable I used to read to him,
  10. In het licht van de zonsopgang, uw liefde is een fabel die binnenkort ten einde is.
    In light of the dawn, your love is a fable that will soon come to an end.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden