Voorbeelden

1. Extinguish the lantern.
   Doof de lantaarn.
2. And extinguish the threat!
   En het gevaar uit te roeien.
3. We better extinguish this magnesium.
   We moeten het maar doven.
4. Better to extinguish all hope.
   Beter direkt ale hoop uitroeien.
5. You are asking me to extinguish myself.
   Je vraagt me mij zelf weg te cijferen.
6. One day... Darkness could extinguish the light...
   Ooit kan de duisternis het licht voorgoed uitdoven.
7. The subsequent knives extinguish spiritual life and radiate outwards.
   De volgende messen doven het spirituele leven en jaagt het kwade naar buiten.
8. The bugle has just sounded, 3rd Brigade extinguish lights.
   De bugel heeft juist geklonken, De 3e Brigade dooft zijn lichten.
9. Your tears upon me, to extinguish the last embers.
   Je tranen op mij, om de laatste vonk te blussen.
10. What good will come if you extinguish another life unnecessarily?
    Wat brengt het ons voor goeds als we onnodig een ander leven uitroeien?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden