Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: expanderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëxpandeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik expandeer
jij expandeert
hij expandeert
wij expanderen
jullie expanderen
zij expanderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëxpandeerd
jij hebt geëxpandeerd
hij heeft geëxpandeerd
wij hebben geëxpandeerd
jullie hebben geëxpandeerd
zij hebben geëxpandeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik expandeerde
jij expandeerde
hij expandeerde
wij expandeerden
jullie expandeerden
zij expandeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëxpandeerd
jij had geëxpandeerd
hij had geëxpandeerd
wij hadden geëxpandeerd
jullie hadden geëxpandeerd
zij hadden geëxpandeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal expanderen
jij zult expanderen
hij zal expanderen
wij zullen expanderen
jullie zullen expanderen
zij zullen expanderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëxpandeerd hebben
jij zult geëxpandeerd hebben
hij zal geëxpandeerd hebben
wij zullen geëxpandeerd hebben
jullie zullen geëxpandeerd hebben
zij zullen geëxpandeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou expanderen
jij zou expanderen
hij zou expanderen
wij zouden expanderen
jullie zouden expanderen
zij zouden expanderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëxpandeerd hebben
jij zou geëxpandeerd hebben
hij zou geëxpandeerd hebben
wij zouden geëxpandeerd hebben
jullie zouden geëxpandeerd hebben
zij zouden geëxpandeerd hebben

Gebiedende wijs
expandeer

Aanvoegende wijs
expandere

Voorbeelden

  1. Het lijkt op beton, maar het laat het expanderen.
    It looks like concrete, but it 's actually designed to bust up concrete.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden