Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: exciteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëxciteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik exciteer
jij exciteert
hij exciteert
wij exciteren
jullie exciteren
zij exciteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëxciteerd
jij hebt geëxciteerd
hij heeft geëxciteerd
wij hebben geëxciteerd
jullie hebben geëxciteerd
zij hebben geëxciteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik exciteerde
jij exciteerde
hij exciteerde
wij exciteerden
jullie exciteerden
zij exciteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëxciteerd
jij had geëxciteerd
hij had geëxciteerd
wij hadden geëxciteerd
jullie hadden geëxciteerd
zij hadden geëxciteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal exciteren
jij zult exciteren
hij zal exciteren
wij zullen exciteren
jullie zullen exciteren
zij zullen exciteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëxciteerd hebben
jij zult geëxciteerd hebben
hij zal geëxciteerd hebben
wij zullen geëxciteerd hebben
jullie zullen geëxciteerd hebben
zij zullen geëxciteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou exciteren
jij zou exciteren
hij zou exciteren
wij zouden exciteren
jullie zouden exciteren
zij zouden exciteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëxciteerd hebben
jij zou geëxciteerd hebben
hij zou geëxciteerd hebben
wij zouden geëxciteerd hebben
jullie zouden geëxciteerd hebben
zij zouden geëxciteerd hebben

Gebiedende wijs
exciteer

Aanvoegende wijs
excitere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden