1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. excite

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to excite    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
exciting

Present simple (ott)
I excite
you excite
he excites
we excite
you excite
they excite

Present perfect (vtt)
I have excited
you have excited
he has excited
we have excited
you have excited
they have excited

Past Simple (ovt)
I excited
you excited
he excited
we excited
you excited
they excited

Past perfect (vvt)
I had excited
you had excited
he had excited
we had excited
you had excited
they had excited

Present future (ottt)
I will excite
you will excite
he will excite
we will excite
you will excite
they will excite

Present future perfect (vttt)
I will have excited
you will have excited
he will have excited
we will have excited
you will have excited
they will have excited

Past future (ovtt)
I would excite
you would excite
he would excite
we would excite
you would excite
they would excite

Past future perfect (vvtt)
I would have excited
you would have excited
he would have excited
we would have excited
you would have excited
they would have excited


Voorbeelden

  1. Bondage excite you?
    Vastbinden windt je op?
  2. That would excite me.
    Dat zou ik fijn vinden.
  3. Peg? You excite me.
    Ik vind je opwindend.
  4. I excite their imaginations.
    Ik prikkel hun fantasie.
  5. Excite the tannin molecules.
    Wek de tannine moleculen op.
  6. You don 't excite me.
    Je windt me niet op.
  7. Joe, do not excite yourself,
    Joe, wind je niet op.
  8. Does that excite you, Empress?
    Windt je je daarover op, keizerin?
  9. Does her cruelty excite you?
    Raak je opgewonden van haar wreedheid?
  10. He wanted to excite you?
    Zei hij dat om je op te winden?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try