Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: evoqueren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëvoqueerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik evoqueer
jij evoqueert
hij evoqueert
wij evoqueren
jullie evoqueren
zij evoqueren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëvoqueerd
jij hebt geëvoqueerd
hij heeft geëvoqueerd
wij hebben geëvoqueerd
jullie hebben geëvoqueerd
zij hebben geëvoqueerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik evoqueerde
jij evoqueerde
hij evoqueerde
wij evoqueerden
jullie evoqueerden
zij evoqueerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëvoqueerd
jij had geëvoqueerd
hij had geëvoqueerd
wij hadden geëvoqueerd
jullie hadden geëvoqueerd
zij hadden geëvoqueerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal evoqueren
jij zult evoqueren
hij zal evoqueren
wij zullen evoqueren
jullie zullen evoqueren
zij zullen evoqueren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëvoqueerd hebben
jij zult geëvoqueerd hebben
hij zal geëvoqueerd hebben
wij zullen geëvoqueerd hebben
jullie zullen geëvoqueerd hebben
zij zullen geëvoqueerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou evoqueren
jij zou evoqueren
hij zou evoqueren
wij zouden evoqueren
jullie zouden evoqueren
zij zouden evoqueren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëvoqueerd hebben
jij zou geëvoqueerd hebben
hij zou geëvoqueerd hebben
wij zouden geëvoqueerd hebben
jullie zouden geëvoqueerd hebben
zij zouden geëvoqueerd hebben

Gebiedende wijs
evoqueer

Aanvoegende wijs
evoquere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden