Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: evolueren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëvolueerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik evolueer
jij evolueert
hij evolueert
wij evolueren
jullie evolueren
zij evolueren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëvolueerd
jij hebt geëvolueerd
hij heeft geëvolueerd
wij hebben geëvolueerd
jullie hebben geëvolueerd
zij hebben geëvolueerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik evolueerde
jij evolueerde
hij evolueerde
wij evolueerden
jullie evolueerden
zij evolueerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëvolueerd
jij had geëvolueerd
hij had geëvolueerd
wij hadden geëvolueerd
jullie hadden geëvolueerd
zij hadden geëvolueerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal evolueren
jij zult evolueren
hij zal evolueren
wij zullen evolueren
jullie zullen evolueren
zij zullen evolueren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëvolueerd hebben
jij zult geëvolueerd hebben
hij zal geëvolueerd hebben
wij zullen geëvolueerd hebben
jullie zullen geëvolueerd hebben
zij zullen geëvolueerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou evolueren
jij zou evolueren
hij zou evolueren
wij zouden evolueren
jullie zouden evolueren
zij zouden evolueren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëvolueerd hebben
jij zou geëvolueerd hebben
hij zou geëvolueerd hebben
wij zouden geëvolueerd hebben
jullie zouden geëvolueerd hebben
zij zouden geëvolueerd hebben

Gebiedende wijs
evolueer

Aanvoegende wijs
evoluere

Voorbeelden

  1. Ik evolueer nog steeds.
    I 'm still evolving.
  2. Misschien evolueer ik wel.
    Maybe I 'm evolving.
  3. Het is alsof ik evolueer.
    It 's like I 'm evolving.
  4. Als ik het gesprek niet evolueer...
    If I don 't evolve the conversation...
  5. Misschien evolueer je wel in iets met vleugels.
    Maybe you 'll evolve into something with wings.
  6. Je moet evolueren.
    You 'll have to evolve.
  7. We moeten evolueren.
    We have to evolve.
  8. De katten evolueren.
    Cats are evolving.
  9. Mensen moesten nog evolueren.
    Humans had yet to evolve.
  10. Evolueren New Yorkers de relatie voorbij?
    Are New Yorkers evolving past relationships?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden