Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: evoceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëvoceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik evoceer
jij evoceert
hij evoceert
wij evoceren
jullie evoceren
zij evoceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëvoceerd
jij hebt geëvoceerd
hij heeft geëvoceerd
wij hebben geëvoceerd
jullie hebben geëvoceerd
zij hebben geëvoceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik evoceerde
jij evoceerde
hij evoceerde
wij evoceerden
jullie evoceerden
zij evoceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëvoceerd
jij had geëvoceerd
hij had geëvoceerd
wij hadden geëvoceerd
jullie hadden geëvoceerd
zij hadden geëvoceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal evoceren
jij zult evoceren
hij zal evoceren
wij zullen evoceren
jullie zullen evoceren
zij zullen evoceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëvoceerd hebben
jij zult geëvoceerd hebben
hij zal geëvoceerd hebben
wij zullen geëvoceerd hebben
jullie zullen geëvoceerd hebben
zij zullen geëvoceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou evoceren
jij zou evoceren
hij zou evoceren
wij zouden evoceren
jullie zouden evoceren
zij zouden evoceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëvoceerd hebben
jij zou geëvoceerd hebben
hij zou geëvoceerd hebben
wij zouden geëvoceerd hebben
jullie zouden geëvoceerd hebben
zij zouden geëvoceerd hebben

Gebiedende wijs
evoceer

Aanvoegende wijs
evocere

Voorbeelden

  1. Een goed uitgebouwd wandelwegennet voert u naar alle belangrijke schouwplaatsen van het Heidi-verhaal die de idylle perfect evoceren
    The Heidi Trail leads visitors through the idyllic landscape to the Heidi House and the Heidi Alp

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden