Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: etaleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëtaleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik etaleer
jij etaleert
hij etaleert
wij etaleren
jullie etaleren
zij etaleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëtaleerd
jij hebt geëtaleerd
hij heeft geëtaleerd
wij hebben geëtaleerd
jullie hebben geëtaleerd
zij hebben geëtaleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik etaleerde
jij etaleerde
hij etaleerde
wij etaleerden
jullie etaleerden
zij etaleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëtaleerd
jij had geëtaleerd
hij had geëtaleerd
wij hadden geëtaleerd
jullie hadden geëtaleerd
zij hadden geëtaleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal etaleren
jij zult etaleren
hij zal etaleren
wij zullen etaleren
jullie zullen etaleren
zij zullen etaleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëtaleerd hebben
jij zult geëtaleerd hebben
hij zal geëtaleerd hebben
wij zullen geëtaleerd hebben
jullie zullen geëtaleerd hebben
zij zullen geëtaleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou etaleren
jij zou etaleren
hij zou etaleren
wij zouden etaleren
jullie zouden etaleren
zij zouden etaleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëtaleerd hebben
jij zou geëtaleerd hebben
hij zou geëtaleerd hebben
wij zouden geëtaleerd hebben
jullie zouden geëtaleerd hebben
zij zouden geëtaleerd hebben

Gebiedende wijs
etaleer

Aanvoegende wijs
etalere

Voorbeelden

  1. En je mag vijf dingen persoonlijke dingen etaleren.
    And you are allowed 5 personal objects on display.
  2. Gaat u voorstellen om dames-ondermode te etaleren?
    Are you proposing putting ladies underwear in the window?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden