NL: escorteren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geëscorteerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik escorteer jij escorteert hij escorteert wij escorteren jullie escorteren zij escorteren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geëscorteerd jij hebt geëscorteerd hij heeft geëscorteerd wij hebben geëscorteerd jullie hebben geëscorteerd zij hebben geëscorteerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik escorteerde jij escorteerde hij escorteerde wij escorteerden jullie escorteerden zij escorteerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geëscorteerd jij had geëscorteerd hij had geëscorteerd wij hadden geëscorteerd jullie hadden geëscorteerd zij hadden geëscorteerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal escorteren jij zult escorteren hij zal escorteren wij zullen escorteren jullie zullen escorteren zij zullen escorteren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geëscorteerd hebben jij zult geëscorteerd hebben hij zal geëscorteerd hebben wij zullen geëscorteerd hebben jullie zullen geëscorteerd hebben zij zullen geëscorteerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou escorteren jij zou escorteren hij zou escorteren wij zouden escorteren jullie zouden escorteren zij zouden escorteren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geëscorteerd hebben jij zou geëscorteerd hebben hij zou geëscorteerd hebben wij zouden geëscorteerd hebben jullie zouden geëscorteerd hebben zij zouden geëscorteerd hebben
|
Gebiedende wijs |
escorteer
|
Aanvoegende wijs |
escortere |