Voorbeelden

1. Der Erlös würde seinen Schulden begleichen.
   De verkoop dekt ruimschoots z' n schulden.
2. Der Erlös geht an einen örtlichen Jugendclub.
   De opbrengst is voor' n plaatselijke jeugdorganisatie.
3. Der Erlös geht an mehrere wohltätige Organisationen.
   Het geld gaat naar verschillende goede doelen.
4. Dann bekommt ihr etwas Geld vom Erlös.
   Dan krijgen jullie tenminste geld.
5. Der gesamte Erlös ist für die jährliche Gründertagsfeier bestimmt.
   De opbrengst gaat naar het jaarlijkse feest van de Stichtersraad.
6. Wenn er verkaufen und den Erlös teilen möchte, bitte!
   Als hij wil verkopen en het geld verdelen, vind ik dat goed.
7. Magnus kaufte sie 1857 für den Erlös seines Londoner Hauses.
   Magnus kocht hem in 1857 voor de prijs van z' n Londense herenhuis.
8. Der Erlös der Auktion geht an den Fonds für bajoranische Kriegswaisen.
   De opbrengst gaat naar' t Bajoraanse Fonds voor oorlogsslachtoffers.
9. Das Haus ist quasi verkauft, und der Erlös muss geteilt werden.
   Het huis wordt lastig, maar je bent klaar.
10. Und heute Abend geht der Erlös an den Fond für Not leidende Filmkünstler.
    En vanavond gaat de hele opbrengst naar het Motion Picture Relief Fund.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden