1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. epistle

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to epistle    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
epistling

Present simple (ott)
I epistle
you epistle
he epistles
we epistle
you epistle
they epistle

Present perfect (vtt)
I have epistled
you have epistled
he has epistled
we have epistled
you have epistled
they have epistled

Past Simple (ovt)
I epistled
you epistled
he epistled
we epistled
you epistled
they epistled

Past perfect (vvt)
I had epistled
you had epistled
he had epistled
we had epistled
you had epistled
they had epistled

Present future (ottt)
I will epistle
you will epistle
he will epistle
we will epistle
you will epistle
they will epistle

Present future perfect (vttt)
I will have epistled
you will have epistled
he will have epistled
we will have epistled
you will have epistled
they will have epistled

Past future (ovtt)
I would epistle
you would epistle
he would epistle
we would epistle
you would epistle
they would epistle

Past future perfect (vvtt)
I would have epistled
you would have epistled
he would have epistled
we would have epistled
you would have epistled
they would have epistled


Voorbeelden

  1. It 's an apostle with an epistle.
    Een apostel met een epistel.
  2. St. Paul 's, uh, Epistle to the Galatians.
    St. Paul' s, uh, Brief aan de Galaten.
  3. St. Paul tells us in today 's Epistle,
    In het epistel van vandaag zegt St. Paulus:
  4. I have examined your epistle suggesting you can locate the humans.
    Ik heb dat epistel gelezen waarin je zegt dat je de mensen kunt opsporen.
  5. The Epistle of Jeremy is often cited as the most difficult book of the Apocrypha.
    Het boek van Jeremy word vaak geciteerd als het moeilijkste boek van de apocriefen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try