Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: enteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geënterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik enter
jij entert
hij entert
wij enteren
jullie enteren
zij enteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geënterd
jij hebt geënterd
hij heeft geënterd
wij hebben geënterd
jullie hebben geënterd
zij hebben geënterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik enterde
jij enterde
hij enterde
wij enterden
jullie enterden
zij enterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geënterd
jij had geënterd
hij had geënterd
wij hadden geënterd
jullie hadden geënterd
zij hadden geënterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal enteren
jij zult enteren
hij zal enteren
wij zullen enteren
jullie zullen enteren
zij zullen enteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geënterd hebben
jij zult geënterd hebben
hij zal geënterd hebben
wij zullen geënterd hebben
jullie zullen geënterd hebben
zij zullen geënterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou enteren
jij zou enteren
hij zou enteren
wij zouden enteren
jullie zouden enteren
zij zouden enteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geënterd hebben
jij zou geënterd hebben
hij zou geënterd hebben
wij zouden geënterd hebben
jullie zouden geënterd hebben
zij zouden geënterd hebben

Gebiedende wijs
enter

Aanvoegende wijs
entere

Voorbeelden

  1. Druk niet op Enter.
    Don 't hit Enter.
  2. Je gebruikt Control, gaat omhoog... en Enter.
    You use Control, you go up... and Enter.
  3. Je moet D-I-R intikken. en enter.
    You have to press d-l-r. Return.
  4. Houd de toetsen ingedrukt, druk 30 seconden lang op enter.
    You hold down the keys, press enter for 30 seconds.
  5. Druk op enter en het geld keert terug naar diegenen die het meeste nodig hebben.
    Just press enter and the money will be returned to those who need it most.
  6. Ze willen ons enteren.
    They 're gonna try to board us.
  7. Ze willen haar enteren.
    They want to board her.
  8. Klaar om te enteren.
    Prepare to board!
  9. Enteren schip, begin met aanvallen!
    Boarding corps, begin attack!
  10. Natuurlijk moeten we langszij enteren.
    Of course we 'd need to board alongside her.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden