NL: enhancen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geënhancet
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik enhance jij enhancet hij enhancet wij enhancen jullie enhancen zij enhancen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geënhancet jij hebt geënhancet hij heeft geënhancet wij hebben geënhancet jullie hebben geënhancet zij hebben geënhancet
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik enhancete jij enhancete hij enhancete wij enhanceten jullie enhanceten zij enhanceten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geënhancet jij had geënhancet hij had geënhancet wij hadden geënhancet jullie hadden geënhancet zij hadden geënhancet
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal enhancen jij zult enhancen hij zal enhancen wij zullen enhancen jullie zullen enhancen zij zullen enhancen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geënhancet hebben jij zult geënhancet hebben hij zal geënhancet hebben wij zullen geënhancet hebben jullie zullen geënhancet hebben zij zullen geënhancet hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou enhancen jij zou enhancen hij zou enhancen wij zouden enhancen jullie zouden enhancen zij zouden enhancen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geënhancet hebben jij zou geënhancet hebben hij zou geënhancet hebben wij zouden geënhancet hebben jullie zouden geënhancet hebben zij zouden geënhancet hebben
|
| Gebiedende wijs |
enhance
|
| Aanvoegende wijs |
| enhance |