Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: encoden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëncoded

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik encode
jij encodet
hij encodet
wij encoden
jullie encoden
zij encoden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëncoded
jij hebt geëncoded
hij heeft geëncoded
wij hebben geëncoded
jullie hebben geëncoded
zij hebben geëncoded

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik encodede
jij encodede
hij encodede
wij encodeden
jullie encodeden
zij encodeden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëncoded
jij had geëncoded
hij had geëncoded
wij hadden geëncoded
jullie hadden geëncoded
zij hadden geëncoded

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal encoden
jij zult encoden
hij zal encoden
wij zullen encoden
jullie zullen encoden
zij zullen encoden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëncoded hebben
jij zult geëncoded hebben
hij zal geëncoded hebben
wij zullen geëncoded hebben
jullie zullen geëncoded hebben
zij zullen geëncoded hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou encoden
jij zou encoden
hij zou encoden
wij zouden encoden
jullie zouden encoden
zij zouden encoden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëncoded hebben
jij zou geëncoded hebben
hij zou geëncoded hebben
wij zouden geëncoded hebben
jullie zouden geëncoded hebben
zij zouden geëncoded hebben

Gebiedende wijs
encode

Aanvoegende wijs
encode

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden