Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: emmeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëmmerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik emmer
jij emmert
hij emmert
wij emmeren
jullie emmeren
zij emmeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëmmerd
jij hebt geëmmerd
hij heëft geëmmerd
wij hebben geëmmerd
jullie hebben geëmmerd
zij hebben geëmmerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik emmerde
jij emmerde
hij emmerde
wij emmerden
jullie emmerden
zij emmerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëmmerd
jij had geëmmerd
hij had geëmmerd
wij hadden geëmmerd
jullie hadden geëmmerd
zij hadden geëmmerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal emmeren
jij zult emmeren
hij zal emmeren
wij zullen emmeren
jullie zullen emmeren
zij zullen emmeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëmmerd hebben
jij zult geëmmerd hebben
hij zal geëmmerd hebben
wij zullen geëmmerd hebben
jullie zullen geëmmerd hebben
zij zullen geëmmerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou emmeren
jij zou emmeren
hij zou emmeren
wij zouden emmeren
jullie zouden emmeren
zij zouden emmeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëmmerd hebben
jij zou geëmmerd hebben
hij zou geëmmerd hebben
wij zouden geëmmerd hebben
jullie zouden geëmmerd hebben
zij zouden geëmmerd hebben

Gebiedende wijs
emmer

Aanvoegende wijs
emmere

Voorbeelden

  1. Bier emmer, kots emmer, bier emmer, kots emmer.
    Beer bucket, puke bucket, beer bucket, puke bucket.
  2. Waarmee? Een emmer?
    You gonna arrest him?
  3. Een emmer patat...
    Smashing! A bucket of chips
  4. In die zilveren emmer?
    Wanna join me? In the silver bucket?
  5. Neem dan een emmer.
    Then use a bucket.
  6. Accu, een emmer water.
    Car battery, a pail of water.
  7. Krabben in een emmer.
    Crabs in a bucket.
  8. Waar is die emmer?
    Where 's that bucket?
  9. Deze emmer is halfvol.
    That pail 's half-empty.
  10. Geef me die emmer.
    Give me the pail.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden