1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. embroider

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to embroider    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
embroidering

Present simple (ott)
I embroider
you embroider
he embroiders
we embroider
you embroider
they embroider

Present perfect (vtt)
I have embroidered
you have embroidered
he has embroidered
we have embroidered
you have embroidered
they have embroidered

Past Simple (ovt)
I embroidered
you embroidered
he embroidered
we embroidered
you embroidered
they embroidered

Past perfect (vvt)
I had embroidered
you had embroidered
he had embroidered
we had embroidered
you had embroidered
they had embroidered

Present future (ottt)
I will embroider
you will embroider
he will embroider
we will embroider
you will embroider
they will embroider

Present future perfect (vttt)
I will have embroidered
you will have embroidered
he will have embroidered
we will have embroidered
you will have embroidered
they will have embroidered

Past future (ovtt)
I would embroider
you would embroider
he would embroider
we would embroider
you would embroider
they would embroider

Past future perfect (vvtt)
I would have embroidered
you would have embroidered
he would have embroidered
we would have embroidered
you would have embroidered
they would have embroidered


Voorbeelden

  1. Embroider something, Maggie.
    Ga iets borduren, Maggie.
  2. Did you already know how to embroider?
    Wist je al hoe je moest borduren?
  3. Well, I will not embroider the truth.
    Nou, ik zal niet de waarheid te borduren.
  4. Perhaps you should embroider a red A on your wardrobe, abominable tramp.
    Jij kan ook wel een rode A op je kleding borduren, afschuwelijke sloerie.
  5. You get that, or you need me to embroider it on a pillow for you?
    Begrijp je het, of heb je me nodig om het op een kussen voor u te borduren?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try