Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: effenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëffend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik effen
jij effent
hij effent
wij effenen
jullie effenen
zij effenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëffend
jij hebt geëffend
hij heeft geëffend
wij hebben geëffend
jullie hebben geëffend
zij hebben geëffend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik effende
jij effende
hij effende
wij effenden
jullie effenden
zij effenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëffend
jij had geëffend
hij had geëffend
wij hadden geëffend
jullie hadden geëffend
zij hadden geëffend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal effenen
jij zult effenen
hij zal effenen
wij zullen effenen
jullie zullen effenen
zij zullen effenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëffend hebben
jij zult geëffend hebben
hij zal geëffend hebben
wij zullen geëffend hebben
jullie zullen geëffend hebben
zij zullen geëffend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou effenen
jij zou effenen
hij zou effenen
wij zouden effenen
jullie zouden effenen
zij zouden effenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëffend hebben
jij zou geëffend hebben
hij zou geëffend hebben
wij zouden geëffend hebben
jullie zouden geëffend hebben
zij zouden geëffend hebben

Gebiedende wijs
effen

Aanvoegende wijs
effene

Voorbeelden

  1. Effen dimmen, Iris.
    Get a grip, Iris.
  2. Zet hem effen opzij.
    Put him to one side.
  3. Jij en ik zijn effen.
    You and I are square.
  4. Bart heeft een effen handdoek.
    Bart has a plain towel.
  5. Afspeelsnelheid normaal, effen inlassing, geen vervaging.
    Play speed standard, smooth interpolation, no blur.
  6. Je moeder en ik staan effen.
    Your mother and I are even.
  7. Dus nu staan we effen denk ik.
    So I guess now we 're even.
  8. Ze probeerde onze schuld effen te maken.
    She tried to wipe our slates clean.
  9. Bijeen gespaard van mijn fooien dus, nu staan we effen.
    I finally saved up Enough in tips, so now we 're even.
  10. Toen ik zijn hart opnieuw gestart kreeg, hij werd effen wakker.
    When I got his heart restarted, he actually woke up for a few seconds.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden