Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: eenentwintigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëenentwintigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik eenentwintig
jij eenentwintigt
hij eenentwintigt
wij eenentwintigen
jullie eenentwintigen
zij eenentwintigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëenentwintigd
jij hebt geëenentwintigd
hij heeft geëenentwintigd
wij hebben geëenentwintigd
jullie hebben geëenentwintigd
zij hebben geëenentwintigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik eenentwintigde
jij eenentwintigde
hij eenentwintigde
wij eenentwintigden
jullie eenentwintigden
zij eenentwintigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëenentwintigd
jij had geëenentwintigd
hij had geëenentwintigd
wij hadden geëenentwintigd
jullie hadden geëenentwintigd
zij hadden geëenentwintigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal eenentwintigen
jij zult eenentwintigen
hij zal eenentwintigen
wij zullen eenentwintigen
jullie zullen eenentwintigen
zij zullen eenentwintigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëenentwintigd hebben
jij zult geëenentwintigd hebben
hij zal geëenentwintigd hebben
wij zullen geëenentwintigd hebben
jullie zullen geëenentwintigd hebben
zij zullen geëenentwintigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou eenentwintigen
jij zou eenentwintigen
hij zou eenentwintigen
wij zouden eenentwintigen
jullie zouden eenentwintigen
zij zouden eenentwintigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëenentwintigd hebben
jij zou geëenentwintigd hebben
hij zou geëenentwintigd hebben
wij zouden geëenentwintigd hebben
jullie zouden geëenentwintigd hebben
zij zouden geëenentwintigd hebben

Gebiedende wijs
eenentwintig

Aanvoegende wijs
eenentwintige

Voorbeelden

  1. Tweehonderd eenentwintig.
    Two hundred and twenty-one.
  2. Eenentwintig kiesmannen.
    Twenty-one electoral votes.
  3. Eenentwintig pond.
    Twenty-one pounds.
  4. Eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig...
    One one thousand, two one thousand, three one thousand...
  5. Eenentwintig over tachtig.
    One-twenty over eighty.
  6. Eenentwintig kaarsen, mijn verjaardag.
    Twenty-one wax candles, my birthday.
  7. Niveau eenentwintig, achterste sectie.
    Tier twenty one, aft section.
  8. Eenentwintig saluutschoten aan de kapitein!
    Twenty-one gun salute to the captain!
  9. het is eenentwintig minuten voor 4
    it's twenty-one minutes to four
  10. Eenentwintig voor Stremov, vier voor Karenin.
    Twenty-one to Stremov, four to Karenin.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden