Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: eenendertigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëenendertigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik eenendertig
jij eenendertigt
hij eenendertigt
wij eenendertigen
jullie eenendertigen
zij eenendertigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëenendertigd
jij hebt geëenendertigd
hij heeft geëenendertigd
wij hebben geëenendertigd
jullie hebben geëenendertigd
zij hebben geëenendertigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik eenendertigde
jij eenendertigde
hij eenendertigde
wij eenendertigden
jullie eenendertigden
zij eenendertigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëenendertigd
jij had geëenendertigd
hij had geëenendertigd
wij hadden geëenendertigd
jullie hadden geëenendertigd
zij hadden geëenendertigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal eenendertigen
jij zult eenendertigen
hij zal eenendertigen
wij zullen eenendertigen
jullie zullen eenendertigen
zij zullen eenendertigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëenendertigd hebben
jij zult geëenendertigd hebben
hij zal geëenendertigd hebben
wij zullen geëenendertigd hebben
jullie zullen geëenendertigd hebben
zij zullen geëenendertigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou eenendertigen
jij zou eenendertigen
hij zou eenendertigen
wij zouden eenendertigen
jullie zouden eenendertigen
zij zouden eenendertigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëenendertigd hebben
jij zou geëenendertigd hebben
hij zou geëenendertigd hebben
wij zouden geëenendertigd hebben
jullie zouden geëenendertigd hebben
zij zouden geëenendertigd hebben

Gebiedende wijs
eenendertig

Aanvoegende wijs
eenendertige

Voorbeelden

  1. Eenendertig dollar.
    Thirty one bucks.
  2. Eenendertig graden.
    Thirty-one degrees.
  3. Eenendertig onder nul!
    Thirty-one below!
  4. Eenendertig onder nul.
    Thirty-one below.
  5. Ze is eenendertig jaar.
    She is thirty-one.
  6. Zij is eenendertig jaar.
    She is thirty-one.
  7. Eenendertig eieren zijn nog levensvatbaar.
    Thirty-one eggs are still viable.
  8. Hij stierf toen hij eenendertig jaar oud was.
    He died when he was thirty one years old.
  9. Je bent dit jaar eenendertig dagen ziek geweest, Bud.
    You took thirty-one sick days this year, Bud.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden