Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: economiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geëconomiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik economiseer
jij economiseert
hij economiseert
wij economiseren
jullie economiseren
zij economiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geëconomiseerd
jij hebt geëconomiseerd
hij heeft geëconomiseerd
wij hebben geëconomiseerd
jullie hebben geëconomiseerd
zij hebben geëconomiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik economiseerde
jij economiseerde
hij economiseerde
wij economiseerden
jullie economiseerden
zij economiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geëconomiseerd
jij had geëconomiseerd
hij had geëconomiseerd
wij hadden geëconomiseerd
jullie hadden geëconomiseerd
zij hadden geëconomiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal economiseren
jij zult economiseren
hij zal economiseren
wij zullen economiseren
jullie zullen economiseren
zij zullen economiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geëconomiseerd hebben
jij zult geëconomiseerd hebben
hij zal geëconomiseerd hebben
wij zullen geëconomiseerd hebben
jullie zullen geëconomiseerd hebben
zij zullen geëconomiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou economiseren
jij zou economiseren
hij zou economiseren
wij zouden economiseren
jullie zouden economiseren
zij zouden economiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geëconomiseerd hebben
jij zou geëconomiseerd hebben
hij zou geëconomiseerd hebben
wij zouden geëconomiseerd hebben
jullie zouden geëconomiseerd hebben
zij zouden geëconomiseerd hebben

Gebiedende wijs
economiseer

Aanvoegende wijs
economisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden