Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dwarsbomen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedwarsboomd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dwarsboom
jij dwarsboomt
hij dwarsboomt
wij dwarsbomen
jullie dwarsbomen
zij dwarsbomen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedwarsboomd
jij hebt gedwarsboomd
hij heeft gedwarsboomd
wij hebben gedwarsboomd
jullie hebben gedwarsboomd
zij hebben gedwarsboomd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dwarsboomde
jij dwarsboomde
hij dwarsboomde
wij dwarsboomden
jullie dwarsboomden
zij dwarsboomden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedwarsboomd
jij had gedwarsboomd
hij had gedwarsboomd
wij hadden gedwarsboomd
jullie hadden gedwarsboomd
zij hadden gedwarsboomd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dwarsbomen
jij zult dwarsbomen
hij zal dwarsbomen
wij zullen dwarsbomen
jullie zullen dwarsbomen
zij zullen dwarsbomen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedwarsboomd hebben
jij zult gedwarsboomd hebben
hij zal gedwarsboomd hebben
wij zullen gedwarsboomd hebben
jullie zullen gedwarsboomd hebben
zij zullen gedwarsboomd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dwarsbomen
jij zou dwarsbomen
hij zou dwarsbomen
wij zouden dwarsbomen
jullie zouden dwarsbomen
zij zouden dwarsbomen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedwarsboomd hebben
jij zou gedwarsboomd hebben
hij zou gedwarsboomd hebben
wij zouden gedwarsboomd hebben
jullie zouden gedwarsboomd hebben
zij zouden gedwarsboomd hebben

Gebiedende wijs
dwarsboom

Aanvoegende wijs
dwarsbome

Voorbeelden

  1. Dwarsboom Jones niet.
    Don 't mess with Jones.
  2. En dwarsboom me nooit meer op die manier.
    And don 't you ever cross me like that again.
  3. Als je mij weer dwarsboom, dan dood ik je.
    If you get in my way again, I will kill you.
  4. Ze dwarsbomen altijd nominaties.
    They blocked nominations since Roe.
  5. Waarom moet hij me dwarsbomen?
    Why does he have to cross me?
  6. Ik laat me niet dwarsbomen.
    Catch up with them.
  7. Amadeo probeert het lot te dwarsbomen.
    Amadeo trying to thwart fate.
  8. Je problemen mochten me niet dwarsbomen.
    Couldn 't let your troubles interfere with what had to be done.
  9. Ik zal je onderzoek niet dwarsbomen.
    I won 't interfere with your investigation.
  10. Jij gaat mijn vonnis niet dwarsbomen.
    You will not forestall my judgment.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden