Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: duvelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geduveld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik duvel
jij duvelt
hij duvelt
wij duvelen
jullie duvelen
zij duvelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geduveld
jij hebt geduveld
hij heeft geduveld
wij hebben geduveld
jullie hebben geduveld
zij hebben geduveld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik duvelde
jij duvelde
hij duvelde
wij duvelden
jullie duvelden
zij duvelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geduveld
jij had geduveld
hij had geduveld
wij hadden geduveld
jullie hadden geduveld
zij hadden geduveld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal duvelen
jij zult duvelen
hij zal duvelen
wij zullen duvelen
jullie zullen duvelen
zij zullen duvelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geduveld hebben
jij zult geduveld hebben
hij zal geduveld hebben
wij zullen geduveld hebben
jullie zullen geduveld hebben
zij zullen geduveld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou duvelen
jij zou duvelen
hij zou duvelen
wij zouden duvelen
jullie zouden duvelen
zij zouden duvelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geduveld hebben
jij zou geduveld hebben
hij zou geduveld hebben
wij zouden geduveld hebben
jullie zouden geduveld hebben
zij zouden geduveld hebben

Gebiedende wijs
duvel

Aanvoegende wijs
duvele

Voorbeelden

  1. En' n Duvel, graag.
    And a Duvel, please.
  2. Wat voor de duvel is dat?
    What the hell is that?
  3. Tiner, als de duvel hier komen.
    Tiner, in here yesterday.
  4. Wat voor de duvel is dat?
    What the hell 's a vibe guy?
  5. Je gebruikelijke tijd, jij kleine duvel.
    Your usual time, you little devil.
  6. Wie voor de duvel zijn jullie?
    Who the devil are you?
  7. Geen vingerafdrukken op de duvel-in-een-doosje.
    No fingerprints were found on the Jack-in-a-box.
  8. Nou, duvel maar op en haal die wegblokkades weg.
    So, get lost now and lift all the roadblocks.
  9. Wat voor de duvel is hier aan de hand?
    What the devil 's going on here?
  10. Voor de duvel wat doe jij hier zo vroeg?
    What the devil are you doing here?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden