Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dupliceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedupliceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dupliceer
jij dupliceert
hij dupliceert
wij dupliceren
jullie dupliceren
zij dupliceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedupliceerd
jij hebt gedupliceerd
hij heeft gedupliceerd
wij hebben gedupliceerd
jullie hebben gedupliceerd
zij hebben gedupliceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dupliceerde
jij dupliceerde
hij dupliceerde
wij dupliceerden
jullie dupliceerden
zij dupliceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedupliceerd
jij had gedupliceerd
hij had gedupliceerd
wij hadden gedupliceerd
jullie hadden gedupliceerd
zij hadden gedupliceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dupliceren
jij zult dupliceren
hij zal dupliceren
wij zullen dupliceren
jullie zullen dupliceren
zij zullen dupliceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedupliceerd hebben
jij zult gedupliceerd hebben
hij zal gedupliceerd hebben
wij zullen gedupliceerd hebben
jullie zullen gedupliceerd hebben
zij zullen gedupliceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dupliceren
jij zou dupliceren
hij zou dupliceren
wij zouden dupliceren
jullie zouden dupliceren
zij zouden dupliceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedupliceerd hebben
jij zou gedupliceerd hebben
hij zou gedupliceerd hebben
wij zouden gedupliceerd hebben
jullie zouden gedupliceerd hebben
zij zouden gedupliceerd hebben

Gebiedende wijs
dupliceer

Aanvoegende wijs
duplicere

Voorbeelden

  1. Misschien zelfs dupliceren.
    Maybe even duplicate it.
  2. Maar niet onmogelijk te dupliceren.
    But not impossible to duplicate.
  3. Sebastian, hé, kan je het dupliceren?
    Sebastian, hey, can you duplicate it?
  4. Een technologie die we niet kunnen dupliceren.
    A technology we can 't duplicate.
  5. We kunnen het dupliceren, maar niet produceren.
    We can replicate it, but we can 't generate it.
  6. Ze moeten de bewegingen van het spook dupliceren.
    They 'd have to duplicate the ghost 's walk.
  7. Ons ras kan het dupliceren niet lang meer verdragen.
    Our population cannot withstand the duplication process for much longer.
  8. Ik ben geoefend in het dupliceren van een origineel handschrift.
    I have developed some skill at duplicating the original hand.
  9. En het is iets wat je nooit zal kunnen dupliceren.
    And it 's something you 're never going to be able to duplicate.
  10. We weten dat hij Kree bloed wilde om het originele Kree experiment te dupliceren.
    We know he wanted Kree blood so he can duplicate the original Kree experiment.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden