Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: druppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedrupt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik drup
jij drupt
hij drupt
wij druppen
jullie druppen
zij druppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedrupt
jij hebt gedrupt
hij heeft gedrupt
wij hebben gedrupt
jullie hebben gedrupt
zij hebben gedrupt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik drupte
jij drupte
hij drupte
wij drupten
jullie drupten
zij drupten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedrupt
jij had gedrupt
hij had gedrupt
wij hadden gedrupt
jullie hadden gedrupt
zij hadden gedrupt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal druppen
jij zult druppen
hij zal druppen
wij zullen druppen
jullie zullen druppen
zij zullen druppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedrupt hebben
jij zult gedrupt hebben
hij zal gedrupt hebben
wij zullen gedrupt hebben
jullie zullen gedrupt hebben
zij zullen gedrupt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou druppen
jij zou druppen
hij zou druppen
wij zouden druppen
jullie zouden druppen
zij zouden druppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedrupt hebben
jij zou gedrupt hebben
hij zou gedrupt hebben
wij zouden gedrupt hebben
jullie zouden gedrupt hebben
zij zouden gedrupt hebben

Gebiedende wijs
drup

Aanvoegende wijs
druppe

Voorbeelden

  1. Drup, drup, drup...
    Drip, drip, drip...
  2. Ik weet niet eens hoe je kon slapen met dit... dit... dit drup, drup, drup.
    I don 't even know how you could sleep over this--this--this drip, drip, drip.
  3. Vier jaar en geen drup.
    Four years and not a drop.
  4. Als' t ergens lekt, sta ik onder de drup.
    If it 's leaking, I 'm right beneath the drop.
  5. Zou ik hier een drup whisky in kunnen krijgen?
    Could I get a splash of whiskey in this?
  6. Oh, dan kom ik van de regen in de drup.
    Oh, that would be like going from the frying pan into the fire.
  7. Gina, ik weet dat je van champagne houdt met een drup granaatappelsap.
    Gina, I know you like champagne with a drop of pomegranate juice.
  8. Laat geen drup vallen, dan heb je de rest van je leven geluk.
    If you don 't spill a drop, it 's good luck for the rest of your life.
  9. Ik kan niet beloven dat we niet van de regen in de drup vallen.
    I can 't promise we 're not jumping straight from the frying pan straight into the fire.
  10. probeer nu te druppen, Mr. Snotterend Broekje.
    Try dripping now, Mr. Sniveling Pants.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden