Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: drummen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedrumd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik drum
jij drumt
hij drumt
wij drummen
jullie drummen
zij drummen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedrumd
jij hebt gedrumd
hij heeft gedrumd
wij hebben gedrumd
jullie hebben gedrumd
zij hebben gedrumd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik drumde
jij drumde
hij drumde
wij drumden
jullie drumden
zij drumden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedrumd
jij had gedrumd
hij had gedrumd
wij hadden gedrumd
jullie hadden gedrumd
zij hadden gedrumd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal drummen
jij zult drummen
hij zal drummen
wij zullen drummen
jullie zullen drummen
zij zullen drummen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedrumd hebben
jij zult gedrumd hebben
hij zal gedrumd hebben
wij zullen gedrumd hebben
jullie zullen gedrumd hebben
zij zullen gedrumd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou drummen
jij zou drummen
hij zou drummen
wij zouden drummen
jullie zouden drummen
zij zouden drummen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedrumd hebben
jij zou gedrumd hebben
hij zou gedrumd hebben
wij zouden gedrumd hebben
jullie zouden gedrumd hebben
zij zouden gedrumd hebben

Gebiedende wijs
drum

Aanvoegende wijs
drumme

Voorbeelden

  1. Doorgaan, Drum Major!
    Carry on, Drum Major!
  2. Hij wou drum spelen.
    He wanted to play drums
  3. Eerst een drum intro.
    Not before the drum roll.
  4. Zoals de bass drum?
    Like the bass drum?
  5. Nick, de drum machine.
    Nick, the drum machine.
  6. Tarek leert me de drum.
    Tarek is teaching me the drum.
  7. Dræggens Drum Corps, geef acht!
    Dræggens Drum Corps, attention!
  8. Ik ga naar Fort Drum.
    I 'm heading to Fort Drum.
  9. Ga tegen de drum staan.
    Get against the drum.
  10. Deze drum solo is ziek.
    This drum solo is sick.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden