Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: druipen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedropen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik druip
jij druipt
hij druipt
wij druipen
jullie druipen
zij druipen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedropen
jij hebt gedropen
hij heeft gedropen
wij hebben gedropen
jullie hebben gedropen
zij hebben gedropen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik droop
jij droop
hij droop
wij dropen
jullie dropen
zij dropen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedropen
jij had gedropen
hij had gedropen
wij hadden gedropen
jullie hadden gedropen
zij hadden gedropen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal druipen
jij zult druipen
hij zal druipen
wij zullen druipen
jullie zullen druipen
zij zullen druipen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedropen hebben
jij zult gedropen hebben
hij zal gedropen hebben
wij zullen gedropen hebben
jullie zullen gedropen hebben
zij zullen gedropen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou druipen
jij zou druipen
hij zou druipen
wij zouden druipen
jullie zouden druipen
zij zouden druipen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedropen hebben
jij zou gedropen hebben
hij zou gedropen hebben
wij zouden gedropen hebben
jullie zouden gedropen hebben
zij zouden gedropen hebben

Gebiedende wijs
druip

Aanvoegende wijs
druipe

Voorbeelden

  1. Druip niet met de saus.
    Do not drip sauce.
  2. Ik druip van het zweet... ik zou moorden voor een douche.
    I 'm dripping in sweat I... I would kill for a shower.
  3. Waarom moet het stinken of druipen?
    Why couldn 't it be something that didn 't ooze or run?
  4. Die tattoes zullen van mijn gezicht druipen.
    These tattoos are gonna run down my face.
  5. Ik wil hun bloed van mijn kin af voelen druipen!
    I want to feel their blood dripping down my chin!
  6. Het kan me niet schelen waar hij zijn... wiek heeft laten druipen.
    I really don 't care about where he 's been dipping his... wick.
  7. Jawel, ik ben jouw man en ik heb geen zin om af te druipen.
    I represent you, and I 'm tired of putting my tail between my legs!
  8. Tijd om de vruchten te proeven en het sap van m' n kin te laten druipen.
    Time to taste the fruits and let the juices drip down my chin.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden