NL: dropkicken U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gedropkickt
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik dropkick jij dropkickt hij dropkickt wij dropkicken jullie dropkicken zij dropkicken
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedropkickt jij hebt gedropkickt hij heeft gedropkickt wij hebben gedropkickt jullie hebben gedropkickt zij hebben gedropkickt
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik dropkickte jij dropkickte hij dropkickte wij dropkickten jullie dropkickten zij dropkickten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedropkickt jij had gedropkickt hij had gedropkickt wij hadden gedropkickt jullie hadden gedropkickt zij hadden gedropkickt
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal dropkicken jij zult dropkicken hij zal dropkicken wij zullen dropkicken jullie zullen dropkicken zij zullen dropkicken
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedropkickt hebben jij zult gedropkickt hebben hij zal gedropkickt hebben wij zullen gedropkickt hebben jullie zullen gedropkickt hebben zij zullen gedropkickt hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou dropkicken jij zou dropkicken hij zou dropkicken wij zouden dropkicken jullie zouden dropkicken zij zouden dropkicken
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedropkickt hebben jij zou gedropkickt hebben hij zou gedropkickt hebben wij zouden gedropkickt hebben jullie zouden gedropkickt hebben zij zouden gedropkickt hebben
|
Gebiedende wijs |
dropkick
|
Aanvoegende wijs |
dropkicke |