Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: drijven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedreven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik drijf
jij drijft
hij drijft
wij drijven
jullie drijven
zij drijven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedreven
jij hebt gedreven
hij heeft gedreven
wij hebben gedreven
jullie hebben gedreven
zij hebben gedreven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dreef
jij dreef
hij dreef
wij dreven
jullie dreven
zij dreven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedreven
jij had gedreven
hij had gedreven
wij hadden gedreven
jullie hadden gedreven
zij hadden gedreven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal drijven
jij zult drijven
hij zal drijven
wij zullen drijven
jullie zullen drijven
zij zullen drijven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedreven hebben
jij zult gedreven hebben
hij zal gedreven hebben
wij zullen gedreven hebben
jullie zullen gedreven hebben
zij zullen gedreven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou drijven
jij zou drijven
hij zou drijven
wij zouden drijven
jullie zouden drijven
zij zouden drijven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedreven hebben
jij zou gedreven hebben
hij zou gedreven hebben
wij zouden gedreven hebben
jullie zouden gedreven hebben
zij zouden gedreven hebben

Gebiedende wijs
drijf

Aanvoegende wijs
drijve

Voorbeelden

  1. Drijf hem hierheen.
    Push him down here.
  2. Drijf deze duivel uit!
    Cast this demon out!
  3. Drijf ze naar links.
    Move them to the left.
  4. Drijf ze naar beneden.
    Drive them below!
  5. Drijf ze verder stroomopwaarts.
    Head' em upstream more.
  6. Drijf de jaks hierheen.
    Guide the Yaks over here.
  7. Drijf de energie uiteen.
    Disperse the energy.
  8. Drijf ze terug, zusters.
    Drive them back, sisters.
  9. Drijf voor je leven!
    Float for your lives!
  10. Ik drijf in het irreële.
    I float in the unreal.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden