Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: drenken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedrenkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik drenk
jij drenkt
hij drenkt
wij drenken
jullie drenken
zij drenken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedrenkt
jij hebt gedrenkt
hij heeft gedrenkt
wij hebben gedrenkt
jullie hebben gedrenkt
zij hebben gedrenkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik drenkte
jij drenkte
hij drenkte
wij drenkten
jullie drenkten
zij drenkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedrenkt
jij had gedrenkt
hij had gedrenkt
wij hadden gedrenkt
jullie hadden gedrenkt
zij hadden gedrenkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal drenken
jij zult drenken
hij zal drenken
wij zullen drenken
jullie zullen drenken
zij zullen drenken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedrenkt hebben
jij zult gedrenkt hebben
hij zal gedrenkt hebben
wij zullen gedrenkt hebben
jullie zullen gedrenkt hebben
zij zullen gedrenkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou drenken
jij zou drenken
hij zou drenken
wij zouden drenken
jullie zouden drenken
zij zouden drenken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedrenkt hebben
jij zou gedrenkt hebben
hij zou gedrenkt hebben
wij zouden gedrenkt hebben
jullie zouden gedrenkt hebben
zij zouden gedrenkt hebben

Gebiedende wijs
drenk

Aanvoegende wijs
drenke

Voorbeelden

  1. Ik drenk mijn string in kerosine...
    I soak my thong in kerosene...
  2. drenken
    soak
  3. drenken
    saturate
  4. Geef me m' n geld, of ik drenk je kleren in haar bloed.
    Pay up, or I 'll soak your clothes with her blood.
  5. Ik zou dit nobele zwaard moeten drenken in jouw bloed.
    I should wet this noble blade with your blood.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden