Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dreggen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedregd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dreg
jij dregt
hij dregt
wij dreggen
jullie dreggen
zij dreggen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedregd
jij hebt gedregd
hij heeft gedregd
wij hebben gedregd
jullie hebben gedregd
zij hebben gedregd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dregde
jij dregde
hij dregde
wij dregden
jullie dregden
zij dregden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedregd
jij had gedregd
hij had gedregd
wij hadden gedregd
jullie hadden gedregd
zij hadden gedregd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dreggen
jij zult dreggen
hij zal dreggen
wij zullen dreggen
jullie zullen dreggen
zij zullen dreggen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedregd hebben
jij zult gedregd hebben
hij zal gedregd hebben
wij zullen gedregd hebben
jullie zullen gedregd hebben
zij zullen gedregd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dreggen
jij zou dreggen
hij zou dreggen
wij zouden dreggen
jullie zouden dreggen
zij zouden dreggen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedregd hebben
jij zou gedregd hebben
hij zou gedregd hebben
wij zouden gedregd hebben
jullie zouden gedregd hebben
zij zouden gedregd hebben

Gebiedende wijs
dreg

Aanvoegende wijs
dregge

Voorbeelden

  1. We hebben onze vriend Coventry nodig, een stevig touw... en een dreg.
    We need our good friend Sergeant Coventry a ball of stout twine, and a grappling hook.
  2. We kunnen gaan dreggen.
    We should drag the ponds.
  3. We moeten de rivier dreggen.
    We 'll need to drag the river.
  4. We gaan de haven dreggen.
    We 're gonna start dragging the harbour.
  5. Ik kon niet blijven dreggen.
    I couldn 't keep dredging it up.
  6. Je bent altijd druk aan het dreggen.
    You were always too busy dredging up the canal.
  7. Om 7 uur vanmorgen zijn ze met dreggen begonnen in het meer.
    They started dredging the lake around 7: 00 this morning.
  8. Ik wil dat je een onderwater zoekteam regelt om een meer te dreggen.
    I need you to organise an underwater search team to drag a lake.
  9. Als we het lichaam niet vinden, moeten we gaan dreggen in de rivier.
    If we don 't find the body, We may end up having to drag the river.
  10. Als ze hier een keer gaan dreggen, vinden ze mij er ook tussen.
    Next time they drag this river, they 'll find me on the bottom with the rest of them.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden