NL: downloaden U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gedownload
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik download jij downloadt hij downloadt wij downloaden jullie downloaden zij downloaden
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedownload jij hebt gedownload hij heeft gedownload wij hebben gedownload jullie hebben gedownload zij hebben gedownload
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik downloadde jij downloadde hij downloadde wij downloadden jullie downloadden zij downloadden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedownload jij had gedownload hij had gedownload wij hadden gedownload jullie hadden gedownload zij hadden gedownload
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal downloaden jij zult downloaden hij zal downloaden wij zullen downloaden jullie zullen downloaden zij zullen downloaden
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedownload hebben jij zult gedownload hebben hij zal gedownload hebben wij zullen gedownload hebben jullie zullen gedownload hebben zij zullen gedownload hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou downloaden jij zou downloaden hij zou downloaden wij zouden downloaden jullie zouden downloaden zij zouden downloaden
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedownload hebben jij zou gedownload hebben hij zou gedownload hebben wij zouden gedownload hebben jullie zouden gedownload hebben zij zouden gedownload hebben
|
Gebiedende wijs |
download
|
Aanvoegende wijs |
downloade |