Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dorsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedorst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dors
jij dorst
hij dorst
wij dorsen
jullie dorsen
zij dorsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedorst
jij hebt gedorst
hij heeft gedorst
wij hebben gedorst
jullie hebben gedorst
zij hebben gedorst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dorste
jij dorste
hij dorste
wij dorsten
jullie dorsten
zij dorsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedorst
jij had gedorst
hij had gedorst
wij hadden gedorst
jullie hadden gedorst
zij hadden gedorst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dorsen
jij zult dorsen
hij zal dorsen
wij zullen dorsen
jullie zullen dorsen
zij zullen dorsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedorst hebben
jij zult gedorst hebben
hij zal gedorst hebben
wij zullen gedorst hebben
jullie zullen gedorst hebben
zij zullen gedorst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dorsen
jij zou dorsen
hij zou dorsen
wij zouden dorsen
jullie zouden dorsen
zij zouden dorsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedorst hebben
jij zou gedorst hebben
hij zou gedorst hebben
wij zouden gedorst hebben
jullie zouden gedorst hebben
zij zouden gedorst hebben

Gebiedende wijs
dors

Aanvoegende wijs
dorse

Voorbeelden

  1. dors (rug)
    dors
  2. Oh, bedankt, Dors.
    Oh, thanks, Dors.
  3. Diana Dors is niet Scandinavisch.
    Diana Dors isn 't Scandinavian.
  4. Nog steeds bezig met Dors zaak?
    Still working on Don 's case?
  5. Dus, dames, we gaan allemaal een toast uitbrengen op Dors...
    So, ladies, we are all gonna raise a toast to Dors...
  6. We waren aan het dorsen en...
    We were threshing and...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden