Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorzitten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgezeten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zit door
jij zit door
hij zit door
wij zitten door
jullie zitten door
zij zitten door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorzit
dat jij doorzit
dat hij doorzit
dat wij doorzitten
dat jullie doorzitten
dat zij doorzitten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgezeten
jij hebt doorgezeten
hij heeft doorgezeten
wij hebben doorgezeten
jullie hebben doorgezeten
zij hebben doorgezeten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zat door
jij zat door
hij zat door
wij zaten door
jullie zaten door
zij zaten door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorzat
dat jij doorzat
dat hij doorzat
dat wij doorzaten
dat jullie doorzaten
dat zij doorzaten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgezeten
jij had doorgezeten
hij had doorgezeten
wij hadden doorgezeten
jullie hadden doorgezeten
zij hadden doorgezeten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorzitten
jij zult doorzitten
hij zal doorzitten
wij zullen doorzitten
jullie zullen doorzitten
zij zullen doorzitten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgezeten hebben
jij zult doorgezeten hebben
hij zal doorgezeten hebben
wij zullen doorgezeten hebben
jullie zullen doorgezeten hebben
zij zullen doorgezeten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorzitten
jij zou doorzitten
hij zou doorzitten
wij zouden doorzitten
jullie zouden doorzitten
zij zouden doorzitten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgezeten hebben
jij zou doorgezeten hebben
hij zou doorgezeten hebben
wij zouden doorgezeten hebben
jullie zouden doorgezeten hebben
zij zouden doorgezeten hebben

Gebiedende wijs
zit door

Aanvoegende wijs
doorzitte

Voorbeelden

  1. Het zit door het hele schip.
    It 's all through the ship.
  2. Zo, ik zit door m' n materiaal.
    Well, I 'm out of material.
  3. Je zit door mij in de ellende, Jake.
    Because I 'm the reason you 're in this mess, Jake.
  4. Springer' s vader zit door hem in de gevangenis.
    Springer 's dad is in jail because of him.
  5. Door het virus, het zit door het hele schip.
    Because of the virus, it 's all over the ship.
  6. Die achter meerdere berovingen en moorden zit door het hele land.
    He orchestrated multiple robbery-homicides across the country.
  7. Ben je niet bang dat je iemand tegenkomt die hier zit door jou?
    You aren 't afraid you 're gonna run into some of the people you sent here?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden