Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorzetten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgezet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zet door
jij zet door
hij zet door
wij zetten door
jullie zetten door
zij zetten door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorzet
dat jij doorzet
dat hij doorzet
dat wij doorzetten
dat jullie doorzetten
dat zij doorzetten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgezet
jij hebt doorgezet
hij heeft doorgezet
wij hebben doorgezet
jullie hebben doorgezet
zij hebben doorgezet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zette door
jij zette door
hij zette door
wij zetten door
jullie zetten door
zij zetten door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorzette
dat jij doorzette
dat hij doorzette
dat wij doorzetten
dat jullie doorzetten
dat zij doorzetten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgezet
jij had doorgezet
hij had doorgezet
wij hadden doorgezet
jullie hadden doorgezet
zij hadden doorgezet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorzetten
jij zult doorzetten
hij zal doorzetten
wij zullen doorzetten
jullie zullen doorzetten
zij zullen doorzetten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgezet hebben
jij zult doorgezet hebben
hij zal doorgezet hebben
wij zullen doorgezet hebben
jullie zullen doorgezet hebben
zij zullen doorgezet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorzetten
jij zou doorzetten
hij zou doorzetten
wij zouden doorzetten
jullie zouden doorzetten
zij zouden doorzetten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgezet hebben
jij zou doorgezet hebben
hij zou doorgezet hebben
wij zouden doorgezet hebben
jullie zouden doorgezet hebben
zij zouden doorgezet hebben

Gebiedende wijs
zet door

Aanvoegende wijs
doorzette

Voorbeelden

  1. Zet door, Oliver.
    Hang in there, Oliver.
  2. Een wetenschapper zet door.
    You can 't keep a good scientist down.
  3. Maar de Führer zet door.
    But the fuehrer 's persisting.
  4. Hij zet door met het postmortaal steken.
    He 's continuing the postmortem stabbing.
  5. heb die gevoelens, neem de tijd, en zet door.
    Have the feelings, take your time, and push through.
  6. Ik denk dat dit een streep zet door Jerry Ragovoy' s tijdschema.
    I guess this puts the kibosh on Jerry Ragovoy 's timetable.
  7. Doorzetten, Johanna.
    Persistence, Johanna.
  8. Vooruit, doorzetten.
    Alright, come on!
  9. Je kunt doorzetten.
    You can persevere.
  10. Hij wil doorzetten.
    Wants us to move ahead.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden